Artikel 80 van de auteurswet voorziet onder meer in de strafrechterlijke vervolging van: hij die voorwerpen, wetende dat zij nagemaakt zijn, verkoopt, verhuurt, te koop of te huur stelt, in voorraad heeft voor de verkoop of de verhuur of in België invoert voor commerciële doeleinden.
Personen die een auteursrechtelijk beschermd werk “posten” via een peer-to-peer systeem, betwisten vaak dat zij commerciële doeleinden hebben.
Zij “posten” muziek op het internet in een systeem waarbij men slechts muziek kan “downloaden”, nadat men eerst zelf muziek heeft aangeboden.
Hierdoor ontstaat een ruilhandeltje waarbij op illegale manier muziek wordt verspreid.
In zijn advies dd. 20 mei 2010 stelt de Heer Procureur Generaal bij het Hof van Beroep van Gent dat dit ruilsysteem, het zogenaamde peer-to-peer systeem , wel degelijk als een commerciële operatie moet worden beschouwd.
Wanneer iemand via het internet aan een dergelijk systeem deelneemt , dan stelt de Procureur Generaal:
“dat de persoon, die wetens en willens muziekbestanden ter beschikking stelde van het publiek en dus op de markt bracht (eigen onderlijning) hiermee wel degelijk een vermogensrechtelijk voordeel nastreefde.
Door zijn handelswijze beoogde hij immers “punten” te verwerven om in ruil daarvan muziek te kunnen downloaden”.
Conclusie: wie in een peer-to-peer systeem een ruilhandeltje in auteursrechtelijk beschermde werken opzet, doet dus aan handel in namaak, en kan daarvoor (zwaar) worden gestraft.
De “beloning” kan een gevangenisstraf zijn van maximum drie jaar en een boete van € 100.000,00. Bij herhaling verdubbelt deze straf.
Het zal je “peer’ maar wezen.
Jules De Keersmaecker
adv.jdk@skynet.be