Alimentatievoorschotten toegankelijker

Meer alimentatiegerechtigden kunnen via DAVO voorschotten krijgen op de onderhoudsgelden voor hun kinderen. De inkomensgrens wordt immers fors verhoogd. De voorschotaanvraag vereenvoudigt en de onderhoudsgerechtigde moet niet langer bijdragen in de werkingskosten van DAVO. Andere nieuwigheid is dat er een centraal bestand met beslissingen over onderhoudsuitkeringen komt.

Verhoogde inkomensgrens

 

De Dienst voor Alimentatievorderingen, kortweg DAVO, kan voorschotten toekennen wanneer de onderhoudsplichtige het onderhoudsgeld voor het kind in de afgelopen twaalf maanden twee keer niet of niet volledig heeft betaald. 

 

De niet-onderhoudsplichtige ouder kan om die voorschotten vragen wanneer hij onder een inkomensgrens zit. En die bedraagt voortaan 1800 euro. Die 1800 euro is een basisbedrag en wordt geïndexeerd. Tot nu lag de inkomensgrens een pak lager. Het ging om de inkomensgrens die ook gehanteerd werd voor het loonbeslag. In 2014 ging het om een plafond van 1386 euro. 

 

Per kind ten laste verhoogt het inkomensplafond, net zoals vroeger trouwens. Maar het bedrag van de verhoging (in 2014 66 euro) wordt voortaan verdubbeld voor een gehandicapt kind met een recht op verhoogde kinderbijslag of voor een kind dat een uitkering voor gehandicapte kinderen ontvangt. 

 

Werkingskosten enkel ten laste van onderhoudsplichtige

 

De onderhoudsgerechtigde hoeft niet langer bij te dragen in de werkingskosten van DAVO. Tot nu betaalden zowel de onderhoudsplichtige als de onderhoudsgerechtigde in de werkingskosten. Voortaan zal enkel de onderhoudsplichtige nog bijdragen. Zijn bijdrage wordt vastgelegd op 13 procent van het bedrag van de te innen of in te vorderen hoofdsommen. 

 

Eenvoudiger procedure

 

De procedure om voorschotten aan te vragen wordt eenvoudiger. 

 

Tot nu moest de aanvraag het meest recente aanslagbiljet van de inkomstenbelastingen bevatten. Dat hoeft niet meer. DAVO kan die gegevens direct bij de FOD Financiën opvragen. De onderhoudsgerechtigde vermeldt wel het bedrag van zijn maandelijkse bestaansmiddelen en voegt materiële bewijsstukken van de laatste drie maanden toe.
Materiële bewijsstukken zijn ook nodig wanneer hij de handicap van zijn kind inroept. En voor een meerderjarig kind voegt hij een schoolattest toe of elk materieel bewijsstuk dat het kind in de beroepsinschakelingstijd zit. 

 

Kennisgeving

 

Als DAVO de tegemoetkoming toestaat, licht hij de onderhoudsplichtige in dat hij – in plaats van de onderhoudsgerechtigde – de alimentatievordering en de achterstallen gaat innen en invorderen. Als de onderhoudsplichtige geen gekende woonplaats in België of in het buitenland heeft, wordt die kennisgeving voortaan aan de procureur des Konings te Brussel gedaan. 

 

De nalatigheidsintresten lopen vanaf de kennisgeving. Voor het berekenen van de nalatigheidsintrest kijkt men naar de wettelijke intrestvoet in burgerlijke zaken. 

 

Invordering tot onder leefloongrens

 

Tot nu waren de invorderingsmogelijkheden van DAVO beperkt. Hij mocht niet tot onder het bedrag van het leefloon gaan. Maar dat verandert nu. DAVO krijgt dezelfde innings- en invorderingsrechten als de onderhoudsgerechtigde. Concreet zal DAVO dus wel onder de grens van het leefloon kunnen invorderen. 

 

Ambtshalve terugvordering

 

Als blijkt dat DAVO ten onrechte sommen heeft uitbetaald kan het die terugvorderen. Bijvoorbeeld bij bedrieglijke verklaringen van de onderhoudsgerechtigde of als gegevens die het bedrag van de voorschotten kunnen beïnvloeden niet zijn gemeld. 

 

Terugvordering gebeurt in principe via een dwangbevel. Maar als DAVO nog latere betalingen doet aan de onderhoudsgerechtigde, kan het die ten onrechte uitgekeerde sommen inhouden bij die latere betalingen. Die ambtshalve terugvordering is wel beperkt. Tot 10% van iedere latere betaling. 

 

Als DAVO heeft betaald op basis van een bedrieglijke handeling of verklaring van de onderhoudsgerechtigde dan kan hij het volledige bedrag van iedere latere betaling inhouden. Tot het totale terug te vorderen bedrag is bereikt. 

 

Centraal bestand over onderhoudsuitkeringen

 

Bij de FOD Justitie komt er een centraal bestand van vonnissen, arresten en akten houdende toekenning van een onderhoudsuitkering. Dat is een geïnformatiseerde gegevensbank waar alle vonnissen, arresten en akten met een regeling over een uitkering tot levensonderhoud worden gecentraliseerd. Die elektronische verzameling moet de invordering van achterstallige onderhoudsuitkeringen door gerechtsdeurwaarders of DAVO vergemakkelijken. 

 

Notarissen bezorgen – door toedoen van de notarisfederatie – binnen dertig kalenderdagen na het verlijden van een akte over onderhoudsuitkeringen een kopie daarvan aan het centraal register. De griffiers van de vredegerechten, de rechtbanken van eerste aanleg en de hoven van beroep doen hetzelfde voor de vonnissen en arresten over onderhoudsuitkeringen. En dit binnen 30 kalenderdagen na het verlijden ervan. 

 

De registratie van de vonnissen, arresten, akten en persoonsgegevens is gratis. 

 

De personen die de gegevens van het centraal bestand rechtstreeks kunnen registreren, raadplegen, wijzigen, verwerken of vernietigen worden met naam aangewezen in een geïnformatiseerd register. 

 

Drie beroepsgroepen kunnen het bestand raadplegen:
rechters en griffiers;
personeel van DAVO; en
gerechtsdeurwaarders.
Toegang tot het register gebeurt met een individuele toegangscode. Die is strikt persoonlijk. 

 

Bij het centraal bestand wordt er een beheers- en toezichtscomité opgericht. Dat comité ziet erop toe dat het centraal bestand doeltreffend en veilig werkt. Daarnaast heeft ook nog een aantal adviserende opdrachten. 

 

Algemeen voorrecht

 

De onderhoudsschulden krijgen een algemeen voorrecht op alle roerende goederen. Met een maximum van 15.000 euro. Dit voorrecht komt na het voorrecht van de kosten van de laatste ziekte en voor het voorrecht van het loon.

 

 

Verval van recht tot sturen

 

De rechter kan bij een veroordeling wegens familieverlating voortaan ook het verval van het recht tot sturen uitspreken. 

 

Inwerkingtreding

 

Deze nieuwe wet treedt in werking op 1 augustus 2014. Wel enkele uitzonderingen:
de regels over het verhaal van de werkingskosten en over de indiening van het voorschotverzoek gelden vanaf 1 januari 2015;
de regels over het centraal bestand treden in werking op een bij KB vast te leggen datum, en uiterlijk op 1 november 2014. 

 

De nieuwe tegemoetkomingsregeling van DAVO is trouwens enkel van toepassing op de aanvragen die worden ontvangen vanaf 1 januari 2015. 

 

Bron:Wet van 12 mei 2014 houdende wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op een effectieve invordering van onderhoudsschulden, BS 30 mei 2014