Co-ouders behouden belastingvoordeel voor achttienplusser

Co-ouders hadden tot nu enkel recht op een gedeelde verhoging van hun belastingvrije som als hun kinderen niet-ontvoogd en minderjarig waren. Maar dat verandert vanaf dit jaar. De eis dat beide ouders samen het ouderlijk gezag moesten uitoefenen om recht te kunnen hebben op de toeslag, wordt immers vervangen door een gezamenlijke onderhoudsplicht.

Recht op een gedeelde toeslag

Het Wetboek op de Inkomstenbelastingen kent een hogere belastingvrije som toe aan ouders met kinderen ten laste. De belastingvrije som stijgt naarmate er meer kinderen ten laste zijn. De wetgever laat toe dat de verhoging van de belastingvrije som gedeeld wordt bij co-ouderschap. De toeslag mag namelijk verdeeld worden als de ouders geen deel meer uitmaken van hetzelfde gezin, maar zij samen het ouderlijk gezag blijven uitoefenen over hun gemeenschappelijke kinderen ten laste, en de huisvesting van die kinderen gelijkmatig verdeeld wordt over beide belastingplichtige ouders.

Maar de fiscus interpreteerde die regel heel streng.

Ouderlijk gezag?

Dat de ouders samen het ouderlijk gezag moesten uitoefenen, betekende volgens de FOD Financiën dat de verhoging van de belastingvrije som in geval van co-ouderschap alleen toegekend kon worden voor niet-ontvoogde, minderjarige kinderen. Want volgens een letterlijke lezing van het Burgerlijk Wetboek staat een kind maar onder het gezag van zijn ouders tot aan zijn meerderjarigheid of tot aan zijn ontvoogding.

Volgens sommige parlementsleden was die strenge interpretatie ‘sociaal onrechtvaardig’. Er is geen verband tussen het bereiken van de meerderjarigheid en de kosten voor levensonderhoud. Bovendien geldt de eis van het gezamenlijk ouderlijk gezag niet voor ouders die samenwonen. Vanuit liberale hoek werd dan ook voorgesteld om het gezamenlijk uitoefenen van het ouderlijk gezag te vervangen door een gezamenlijke onderhoudsplicht, die ook na de leeftijd van achttien jaar kan doorgaan.

Onderhoudsplicht

De verhoging van de belastingvrije som wordt vanaf nu verdeeld over de 2 belastingplichtige ouders, als de ouders geen deel meer uitmaken van hetzelfde gezin, zij kinderen ten laste hebben waarvan de huisvesting gelijkmatig verdeeld wordt over hen beiden, én zij beiden voldoen aan de onderhoudsplicht uit het Burgerlijk Wetboek.

Volgens het Burgerlijk Wetboek moeten de ouders – volgens hun middelen – zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Als de opleiding niet voltooid is, loopt die verplichting door na de meerderjarigheid van het kind.

Nog andere voorwaarden

Om recht te hebben op een gedeelde toeslag eist de wetgever ook nog dat de co-ouders hun afspraken vastleggen in een geregistreerde overeenkomst of dat die afspraken voortvloeien uit een rechterlijke beslissing, maar die voorwaarde wijzigt niet.

In werking:

•Vanaf aanslagjaar 2017 (inkomsten 2016).