De nieuwe wet betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen van de advocaat

Op 31 mei 2007 werd in het Belgisch Staatsblad de ?wet betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat? gepubliceerd.

Deze wet zorgt ervoor dat de partij die in het gelijk wordt gesteld een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten en erelonen van de advocaat toegekend krijgt via de uitspraak van de rechtbank. Deze tegemoetkoming krijgt de naam ‘rechtsplegingsvergoeding’.

Het betreft een forfaitaire tegemoetkoming, hetgeen betekent dat niet noodzakelijk de volledige kost van de tussenkomst van een advocaat hierdoor zal zijn gedekt.

De vergoeding wordt enkel toegekend voor de tussenkomst van een advocaat zodat partijen die zich niet laten bijstaan door een advocaat (bijvoorbeeld wanneer men zichzelf verdedigt of wanneer er een vakbondsafgevaardigde optreedt in een arbeidsrechtelijk geschil) geen recht hebben op deze rechtsplegingsvergoeding.

De rechtsplegingsvergoeding sluit voortaan ook uit dat de kosten en erelonen van de advocaat nog op een andere wijze zouden worden verhaald op de in het ongelijk gestelde partij. Dit in de wet ingeschreven principe geldt uiteraard niet voor de tussenkomst van andere (technische) raadsmannen zoals architecten, deskundigen, boekhouders, enz.. De kosten daarvan kunnen in bepaalde gevallen nog steeds als een geleden schade worden beschouwd waardoor de voor deze schade aansprakelijk gestelde partij ook tot de vergoeding ervan kan worden veroordeeld.  

Het bedrag van deze rechtsplegingsvergoeding zal worden bepaald via een Koninklijk Besluit. De bevoegde Minister heeft reeds een ontwerp voorbereid maar gelet op het noodzakelijke advies van de raad van State zal dit besluit pas na de verkiezingen gepubliceerd kunnen worden. De grote lijnen van dit ontwerp voorzien in een forfaitaire som van 1.200,00 euro voor niet in geld waardeerbare zaken en voor in geld waardeerbare zaken een bedrag variërend van 150,00 euro (voor een geschil tot 250,00 euro) over 900,00 euro (voor een geschil van 5.000,00 tot 10.000,00 euro) tot 15.000,00 euro (voor een geschil van meer dan 1 miljoen euro).  

De wet voorziet dat de rechter op vraag van minstens één van de partijen kan afwijken van het basisbedrag (naar boven en naar beneden). De beslissing dienaangaande zal bijzonder gemotiveerd dienen te zijn.

De wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum, maar uiterlijk op 1 januari 2008. Zij zal van toepassing zijn op hangende rechtsgedingen en ongetwijfeld haar invloed hebben op de motivatie en argumentatie van partijen die een gerechtelijke procedure dienen te voeren.

Johan Timmermans
johan.timmermans@debeir-vanraes.be
www.debeir-vanraes.be

Belgavoka Brussel