Decreet verankert Vlaamse hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Vlaanderen heeft het recht van gedetineerden en hun omgeving op een integrale en kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening decretaal verankerd. De tekst kadert de uitwerking van 6 algemene doelstellingen en creëert een basis voor samenwerking tussen de betrokken partners.

Beperkte inhoud

Het ‘Decreet organisatie hulp- en dienstverlening gedetineerden’ omschrijft louter de algemene doelstellingen van de aangeboden hulp- en dienstverlening en de manier waarop die georganiseerd wordt. De inhoud van de verschillende initiatieven van de betrokken beleidsdomeinen komt niet aan bod. De tekst blijft daardoor vrij algemeen. De meeste principes worden ook niet in het decreet zelf, maar in de memorie van toelichting geduid.

Missie Vlaamse overheid

In eerste instantie verduidelijkt het decreet de missie van de Vlaamse overheid. Die engageert zich om haar hulp- en dienstverlening maximaal toegankelijk te maken voor gedetineerden zodat ze zich kunnen ontplooien (zowel tijdens als na de detentie) en hun re-integratie kunnen bevorderen. Ze doet dat onder meer door voldoende personeel en middelen vrij te maken om een kwalitatief aanbod uit te bouwen binnen de gevangenissen. Hierbij houdt ze rekening met de behoeften van de gedetineerden en hun directe sociale omgeving.

Doelstellingen hulp- en dienstverlening

De Vlaamse overheid geeft zichzelf 6 concrete doelstellingen voor de uitbouw van een kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening aan gedetineerden:

de zelfontplooiing van de gedetineerde stimuleren;
het sociale, relationele en psychische evenwicht van de gedetineerde herstellen;
de negatieve gevolgen voor de gedetineerde en zijn directe sociale omgeving, veroorzaakt door en tijdens de detentie, beperken;
de integratie en participatie in de samenleving na de detentieperiode bevorderen;
een proces van herstel tussen dader, slachtoffer en samenleving stimuleren;
de kans op herval beperken.

Om die doelstellingen te realiseren, stelt de Vlaamse overheid zichzelf ook een reeks deelopdrachten. Het hulp- en dienstverleningsaanbod dat ze aanbiedt moet bijvoorbeeld aan een aantal kwaliteitsvereisten voldoen. Het moet ook bekendgemaakt worden binnen de gevangenis. Bovendien moeten gedetineerden gemotiveerd worden om eraan deel te nemen. Daarnaast zet ze in op duidelijke afspraken via samenwerkingsmodellen en organisatievormen. Communicatie tussen de betrokken partners is daarbij noodzakelijk.

Strategisch plan

Het decreet kadert ook het ontwerp van een Vlaams bovenlokaal strategisch plan waarin de algemene en domeinspecifieke strategische doelstellingen in het kader van de hulp- en dienstverlening per legislatuur worden vastgelegd. Het plan wordt opgemaakt en opgevolgd door een gemengde commissie, en meegedeeld aan het Vlaams Parlement.

In principe keurt de Vlaamse regering het plan telkens een jaar na haar eedaflegging goed. Dit gebeurt echter een eerste keer uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van het nieuwe decreet. Dat is 21 oktober 2013.

Ook de basisregels voor de opmaak van de lokale actieplannen binnen de gevangenissen worden vastgelegd. Tot slot gaat het decreet dieper in op de algemene principes voor coördinatie, trajectbegeleiding, ondersteuning, enz.

Het ‘Decreet organisatie hulp- en dienstverlening gedetineerden’ van 8 maart 2013 treedt in werking op 21 april 2013, 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Bron:Decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden, BS 11 april 2013.