Hoger beroep – hervorming alhoewel de eerste rechter juist gezien heeft ?

De beroepsrechter stelt dat de eerste rechter volledig gelijk had en de zaak correct heeft beoordeeld, maar hervormt tocht het vonnis : hoe kan dat ?

De volgende situatie deed zich voor : De vrederechter had op verzoek van de eigenaar een huurovereenkomst ontbonden, omdat de huurder gedurende maanden geen huur had betaald.

De huurder ging in beroep, en zuiverde ondertussen alle achterstallen aan. De Rechtbank van Eerste Aanleg, oordelend in beroep, stelt dat de eerste rechter de situatie correct had geanalyseerd, en terecht de ontbinding had uitgesproken, maar dat de beroepsrechter moet rekening houden met de evolutie van het geschil sedert deze uitspraak.


Het standpunt van de beroepsrechter is derhalve dat het voorwerp van het hoger beroep niet zo zeer het bestreden vonnis is, dat correct oordeelde, maar het geschil zelf.


Het hoger beroep leidt tot een nieuw onderzoek van het geschil, rekeninghoudend met de nieuwe elementen en gewijzigde omstandigheden.


In die zin is het hoger beroep een voortzetting van het geding een Eerste Aanleg (cfr. P. Hebraud., “Effet dévolutif et évocation” in “la voie d’appel”, Ann. Fac. Dr. Aix-en-Provence,
1964, 170-171, nr. 54 ; Karen Broeckx, “Het recht op hoger beroep en het beginsel van de dubbele aanleg in het civiele geding”, Maklu uitgevers, Antwerpen, 1995, pagina 55).


Bij deze nieuwe visie van het hoger beroep houdt de rechter ook rekening met het element billijkheid (cfr. art. 1135 van het Burgerlijk Wetboek).


Dit is goed nieuws voor diegene die in eerste aanleg ongelijk heeft gekregen.

Als hij daarna de scheve situatie recht zet, kan de rechter toch nog de terecht gestelde oorspronkelijke vordering afwijzen (Rb. Eerste Aanleg Mechelen, 7 november 2007 inzake.

Jules de Keersmaecker
de.keersmaecker.jules@skynet.be