Hoger registratierecht voor vestiging en overdracht van een erfpacht- of opstalrecht

Contracten tot vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of opstal waren tot nu toe onderworpen aan een evenredig registratierecht van 0,2%. De programmawet van 28 juni 2013 trekt dit tarief op. Voortaan is op contracten tot vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of opstal een evenredig registratierecht van 2% verschuldigd. Is de verkrijger van het recht een vzw, een internationale vzw of een een EER-rechtspersoon die gelijkaardig is aan een vzw, dan wordt het recht slechts tot 0,5% verhoogd (vervanging art. 83, eerste lid, W.Reg door nieuw art. 83, eerste en tweede lid W.Reg; art. 12, PW van 28 juni 2013).

Een ‘EER-rechtspersoon die gelijkaardig is aan een vzw’ is een rechtspersoon waarvoor de volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld:
de rechtspersoon is opgericht volgens en onderworpen aan de wetgeving van een EER-lidstaat en heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de EER;
het doel van de rechtspersoon is belangeloos, zonder winstoogmerk;
de activiteit van de rechtspersoon mag niet leiden tot de materiële verrijking van:
a) de stichters, de leden of de bestuurders ervan;
b) de echtgenoot, de wettelijk samenwonende, een bloedverwant in de rechte lijn, een bloedverwant in de zijlijn die tot een stichter in een erfgerechtigde graad staat, of een andere rechtsopvolger van een stichter ervan;
c) de echtgenoot of een wettelijk samenwonende van een persoon bedoeld in a) en b);
in geval van ontbinding of vereffening van de rechtspersoon mogen de goederen ervan niet toekomen aan personen vermeld onder het vorige puntje, maar moeten ze worden overgedragen aan:
hetzij een gelijkaardige rechtspersoon die zelf ook voldoet aan de voorwaarden van het eerste puntje;
hetzij een EER-lidstaat is of een territoriaal gedecentraliseerde overheid van een EER- lidstaat (gewest, gemeenschap, departement, provincie, stad, gemeente,…) of nog, een dienstgewijze gedecentraliseerde overheid is van een dergelijke publiekrechtelijke rechtspersoon. 
In werking

 

Deze maatregel treedt in werking op 1 juli 2013.
Hij is eveneens van toepassing op de authentieke akten die vanaf 1 juli 2013 ter registratie worden aangeboden indien ze een overeenkomst vaststellen die ook is vastgesteld in een onderhandse akte dagtekenend van vóór die datum. 

 

Bron:Programmawet van 28 juni 2013, BS 1 juli 2013, – art. 12 en art. 13, tweede lid