Huwelijksvoordelen. Opnieuw een Antwerps Mijlpaalarrest

Echtgenoten willen elkaar verzorgd achterlaten. Zij kunnen voor de langstlevende onder hen in het huwelijkscontract bepaalde voordelen bedingen. Zowel in een contract van gemeenschap (b.v. verblijvingsbeding voor de langstlevende) als in een contract van scheiding van goederen (b.v. verrekenbeding).

Civielrechtelijk

Deze voordelen worden door de wet objectief gekwalificeerd als zijnde onder bezwarende titel. Het zijn geen schenkingen. Waarom niet? Omdat de wetgever de echtgenoten goed gezind is, en de bevoordelingen tussen hen onderling wil beschermen tegen de erfrechtelijke reserve van de kinderen. Schenkingen moeten immers bij de fictieve massa worden gevoegd, en zijn voor inkorting vatbaar. Huwelijksvoordelen niet: deze zijn immuun tegen aanvallen van de kinderen.

Let wel, de huwelijksvoordelen zijn maar on-inkortbaar tot aan een bepaald plafond. Boven dat plafond kunnen de kinderen, voor dat stukje van het huwelijksvoordeel, wel hun reserve inroepen. Er zijn dus volkomen en onvolkomen huwelijksvoordelen.

Als er enkel gemeenschappelijke kinderen zijn (artikel 1464 B.W.), is het voordeel dat de langstlevende echtgenoot verkrijgt onaantastbaar ten belope van de waarde van alle huwelijkse aanwinsten (samen door de echtgenoten opgebouwd) en de helft van wat het gevolg is van tegenwoordige of toekomstige goederen die van de overleden echtgenoot afkomstig zijn. Tegenwoordige goederen zijn deze die de overleden echtgenoot al in eigendom had voor het huwelijk. Toekomstige goederen zijn deze die hij verkreeg, voor of tijdens het huwelijk, ingevolge schenking, erfenis of testament. De andere helft van die laatste goederen is en blijft een huwelijksvoordeel, maar onvolkomen, omdat de kinderen hiertegen wel de inkorting kunnen vragen.

Als er kinderen zijn uit een andere relatie (artikel 1465 B.W.), dan ligt het plafond veel lager:  de aanwinsten zijn maar voor de helft onaantastbaar (namelijk de helft die aan de langstlevende krachtens eigen recht toekomt) en alles wat los van het huwelijk door de overleden ouder is gegenereerd, is volledig aantastbaar. De helft van de aanwinsten en alle tegenwoordige en toekomstige goederen afkomstig van de overleden ouder, worden bij de fictieve massa gevoegd ter berekening en bescherming van de reserve van de kinderen. Het stuk van het huwelijksvoordeel dat inkortbaar is, is hier dus veel groter.

Fiscaal

Fiscaal is het voordeel dat een langstlevende echtgenoot verkrijgt, los van de civielrechtelijke analyse, in contracten van gemeenschap belast ten belope van wat deze als overlevingsrecht krijgt boven de helft van de gemeenschap, indien artikel 5 W.Succ. kan worden ingeroepen.  Dit artikel speelt niet in contracten van scheiding van goederen, en ook bij contracten van gemeenschap zijn er situaties waar dit artikel niet kan worden ingeroepen.
In die gevallen aanvaardt de fiscus dat de verkrijging van de langstlevende tot aan het plafond onbelast is. Maar al wat de langstlevende boven het plafond verkrijgt, belast de fiscus, daarin gevolgd door de rechtbank te Hasselt in een vonnis uit 2006, op grond van artikel 2 W. Succ., als een contractuele erfstelling. In zijn arrest van 24 juni 2008 heeft het Hof van Beroep te Antwerpen dit maneuver van de fiscus terecht van tafel geveegd. Het Hof stelt uitdrukkelijk dat ook het stukje dat de langstlevende verkrijgt boven het genoemde plafond, geen schenking is, noch een contractuele erfstelling, en dus niet kan worden belast op basis van artikel 2 W.Succ.

Conclusie

Dit arrest, samen met een eerder arrest van 5 oktober 2004, ook van de zesde kamer van het Hof van Beroep te Antwerpen, geeft vorm aan een heldere theorie der huwelijksvoordelen, voor alle huwelijksvermogensstelsels, zowel van gemeenschap of scheiding van goederen, van welk type ook. Deze rechtspraak maakt duidelijk dat een huwelijksvoordeel tussen echtgenoten, boven of onder de plafonds van de artikelen 1464 en 1465 B.W., nooit een schenking of contractuele erfstelling kan zijn, en niet als dusdanig kan worden belast.

Alain Verbeke

Gewoon Hoogleraar Leuven & Tilburg, Visiting Professor of Law Harvard, Advocaat GREENILLE
averbeke@greenille.be