De beslissingen over de toekenning of weigering van een milieuvergunning moeten een aantal vaste elementen bevatten.
Naargelang het om een BKG-installatie, een GPBV-installatie, een stortplaats of een andere bijzondere inrichting gaat, kunnen daar elementen bij komen. Eén van de standaardbepalingen is dat de vergunning – uiteraard – de voorwaarden moet vermelden waaronder de inrichting geëxploiteerd mag worden. Het Vlaremtreinbesluit somt expliciet alle items op die in de vergunningsvoorwaarden moeten worden opgenomen.
Gedetailleerde vergunningsvoorwaarden
Vergunningsbeslissingen voor GPBV-installaties
- 1)
-
de opschriften van de BBT-referentiedocumenten (BREF) die voor de installatie of activiteit in kwestie relevant zijn;
- 2)
-
de manier waarop de vergunningsvoorwaarden – waaronder de emissiegrenswaarden – zijn vastgesteld in relatie tot de beste beschikbare technieken (BBT) en tot de emissieniveaus die met die BBT geassocieerd zijn (BBT-GEN); en
- 3)
-
in geval er een individuele afwijking wordt toegestaan op de BBT-GEN: de redenen waarom er een afwijking wordt toegekend, en de voorwaarden waaronder die afwijking wordt toegestaan.
BBT als referentiepunt voor vergunningsvoorwaarden
Strengere vergunningsvoorwaarden mogelijk
Afwijking mogelijk voor technieken in opkomst
Individuele afwijking mogelijk
Regelmatige toetsing van de vergunningsvoorwaarden
Ook op vraag van toezichthouder
Vanaf 20 september…