Modchips : uitvindingen om te profiteren van andermans werk

Vindingrijke “ondernemers” produceren zogenaamde modchips, die toelaten de beveilingssystemen van ondermeer spelconsoles (bv. Playstation) te doorbreken, waardoor het beveiligingssysteem van deze toestellen kan worden omzeild, en er kan worden “gespeeld” met illegale reproducties van computerspellen.

De auteurswet  ( art 79bis§1,2) straft diegene die producten maakt of in de handel brengt, die “slechts een commercieel beperkt nut of doel hebben naast het omzeilen van de bescherming van een doeltreffende technische voorziening”.

De strafrechter in Tongeren stelde aan het Grondwettelijk Hof de vraag of een dergelijke wettekst wel voldoende normatieve inhoud heeft om het misdrijf te kunnen definiëren.

De “piraat” voerde immers aan dat de auteurswet onvoldoende zegt wat precies producten zijn die “slechts een commercieel beperkt doel hebben naast het omzeilen van een beveiliging”.

Uit de parlementaire voorbereiding van de wet zou niet blijken in welke gevallen het commerciële doel wel of niet voldoende is, zodat de handelaar in dit soort producten in het ongewisse is of wat hij verkoopt quasi uitsluitend dient om beveiligingen te “doorbreken”, dan wel om een systeem dat zowel ten goede als ten kwade kan worden gebruikt .

Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat de bepaling in de strafwet zodanig “abstract” is, omdat dergelijke technische materie in een permanente technologische evolutie onmogelijk zeer concreet kan worden ingevuld in de tekst, op gevaar van onmiddellijk na de publicatie van de wet al te zijn achterhaald door nieuwe technologische ontwikkelingen.

Het Hof oordeelt dat de tekst voldoende duidelijk is, en door de Hoven en de Rechtbanken kan worden verfijnd, rekeninghoudend met de technologische evoluties en het type van het product.

Dit laat toe dat wordt geïnterpreteerd of een “chip” al dan niet diverse toepassingen heeft, en ook voor legale toepassingen geschikt is.

Het is de bedoeling de strijd te voeren ter bescherming van technische beveiligingen die met kwaadwillig opzet worden omzeild door het maken van producten die tot doel hebben de omzeiling van de beveiliging mogelijk te maken.

Het Hof meent dat de wet correct is, en niet strijdig met de grondwet of met het Europees Verdrag van de rechten van de mens.

Het feit dat de wet spreekt over producten die – naast het doorbreken van beveiligingssystemen – slechts een beperkt commercieel nut hebben door de Rechtbank kan worden geïnterpreteerd in elk concreet geval.

De bewoordingen van de wet behoeven geen absolute precisie  te vertonen, maar het mogelijk maken in elk concreet geval de zwaarwichtigheid van de aangeklaagde feiten te beoordelen, rekeninghoudend met alle elementen van de zaak en de economische en technologische evoluties.

De wet beoogt uiteraard personen die bijzonder vertrouwd zijn met de technologische evoluties, en derhalve mogen worden geacht de nodige waakzaamheid aan de dag te leggen bij het onderkennen van producten die bedoeld zijn om de rechten van de auteurs en rechthebbenden te omzeilen en daarmee grove winsten te maken.

Door dit arrest hebben de “profiteurs van andermans werk” alweer een argument minder.

(Arrest Grondwettelijk Hof nr. 182/2009 van 12 november 2009 – http://www.arbitrage.be/public/n/2009/2009-182n.pdf)

Jules De Keersmaecker
adv.jdk@skynet.be