OVAM publiceert aanvraagformulier voor cofinanciering bij historische verontreiniging

Vanaf 1 september 2013 verleent de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) een financiële tussenkomst voor de sanering van historisch verontreinigde gronden. De Vlaamse overheid wil zo het hergebruik van verontreinigde sites versnellen. Zowel particulieren, als bedrijven of lokale besturen kunnen een cofinanciering vragen. Het aanvraagformulier is vanaf nu beschikbaar op de website van de OVAM.

Aanvraag tot cofinanciering

 

De saneringsplichtige eigenaar moet zijn aanvraag tot cofinanciering indienen vóór de eigenlijke start van de saneringswerken. Bij het aanvraagformulier voegt hij een raming van de saneringskosten én een kopie van de authentieke akte die bewijst dat hij vóór 1 juni 2008 eigenaar werd van de vervuilde grond.
Als hij nog geen conform verklaard bodemsaneringsproject (BSP) heeft, kan de eigenaar zijn BSP samen met zijn aanvraag voor cofinanciering indienen bij de OVAM. Beide aanvragen worden dan samen afgehandeld. 

 

Voor meer informatie over het stelsel van de cofinanciering kunt u terecht bij de OVAM, afdeling Bodembeheer – Cofinanciering, Stationsstraat 100, te 2800 Mechelen, cofinancering@ovam.be, tel. 015-284.284. 

 

Tot 50% subsidies

 

In het regime van de cofinanciering neemt de OVAM tussen de 20% en de 50% van de saneringskosten voor haar rekening, met een maximum van 200.000 euro. Het exacte percentage wordt bepaald door de minister van Leefmilieu. 

 

Voorlopig zou dat percentage op 35% liggen voor de ondernemingen, en op 50% voor de particulieren en de lokale besturen. “De OVAM keurt de aanvragen tot cofinanciering goed zolang er budget beschikbaar is”, staat er op de website van de OVAM

 

Voor de huidige of vorige eigenaar

 

Er zijn echter enkele voorwaarden. Zo wordt er alleen een financiële tegemoetkoming toegekend aan eigenaars die de grond vóór 1 juni 2008 verworven hebben. Dat kan de huidige eigenaar zijn, of een vroegere eigenaar. De vroegere eigenaar komt alleen in aanmerking als hij als eigenaar-overdrager van een risicogrond een verbintenis heeft aangegaan met de OVAM om de bodemsaneringswerken uit te voeren of als hij voormalige eigenaar van een niet-risicogrond in uitvoering van het Bodemdecreet verplicht is om de bodemsanering te realiseren. 

 

De OVAM komt enkel tussen:
bij historische bodemverontreinigingen waarbij uit een beschrijvend bodemonderzoek, of uit een oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek, blijkt dat het om een ernstige bodemverontreiniging gaat; én
bij het historisch gedeelte van gemengde bodemverontreinigingen waarbij de maatschappij op basis van een beschrijvend bodemonderzoek, of een oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek, heeft beslist dat er conform het Bodemdecreet moet worden overgegaan tot bodemsanering. 

 

Bovendien moet het om een recent project gaan. Alleen bodemsaneringsprojecten die na 31 mei 2008 conform werden verklaard of nog conform worden verklaard door de OVAM, geven recht op steun. 

 

Eigenaars die de historische bodemverontreiniging minder dan 30 jaar geleden zelf veroorzaakt hebben, hebben geen recht op cofinanciering. Evenmin als eigenaars tegen wie de OVAM een proces-verbaal heeft opgesteld wegens schending van het Bodemdecreet of zijn uitvoeringsbesluit. Eigenaars die boven de Europese plafonds voor staatssteun zouden uitkomen (de minimis-regeling), moeten eveneens afhaken. 

 

En saneringen van terreinen waarop een tankstation of een droogkuis heeft gestaan, komen niet in aanmerking omdat er daarvoor een apart regime bestaat. 

 

Bron:19 juli 2013. – Vaststelling van het modelformulier voor de aanvraag van cofinanciering van bodemsanering, BS 12 augustus 2013 (aankondiging dat het aanvraagformulier beschikbaar is op de website van de OVAM).
Zie ook: