Pictogram voor afronding kasticket tot op 5 eurocent

Ondernemingen en vrije beroepers mogen vanaf 1 oktober 2014 het totaal bedrag dat de consument hen moet betalen, afronden tot op 5 eurocent. De afronding geldt enkel voor betalingen in cash, niet voor elektronische betalingen. Ze laten de consument weten dat ze cashbetalingen afronden door een goed zichtbaar pictogram aan te brengen. Het model van dat pictogram zit als bijlage bij het KB van 22 september 2014.

Afrondingsregels

Binnenkort zullen er waarschijnlijk minder muntjes van 1 en 2 eurocent in de Belgische portemonnees zitten. Vanaf 1 oktober 2014 kunnen handelaars en vrije beroepers het totaalbedrag dat de consument hen moet betalen, afronden:

•naar het dichtste lagere veelvoud van 5 cent, als het totaal te betalen bedrag eindigt op 1, 2, 6 of 7 cent;

•naar het dichtste hogere veelvoud van 5 cent, als het totaal te betalen bedrag eindigt op 3, 4, 8 of 9 cent.

De afronding mag niet gebeuren bij cashbetalingen die betrekking hebben op de verstrekking van geneesmiddelen voor menselijk gebruik, bedoeld in art. 1, 1), a) van de geneesmiddelenwet.

De afrondingsregels gelden enkel voor het totaal te betalen bedrag aan de kassa, en dus niet per gekocht artikel afzonderlijk. Ze kunnen ook enkel toegepast worden als het totaal te betalen bedrag hoger is dan 5 cent.

Op elk document waarop het te betalen totaalbedrag vermeld staat, moet uitdrukkelijk de toegepaste afronding vermeld worden.

Pictogram

Het pictogram waarmee de handelaars en vrije beroepers aan de consument laten weten dat ze cashbetalingen afronden tot op 5 eurocent, moet volledig overeenstemmen (vorm, tekening en kleuren) met het model dat als bijlage bij het KB van 22 september 2014 zit.

Het pictogram heeft een rechthoekige vorm met een donkerblauwerand (R52, G119, B188).

In het centrum van de rechthoek, op een lichtblauwe achtergrond (R223, G237, B248), staan drie muntstukken afgebeeld die hun nominale waarde van respectievelijk 1, 2 en 5 cent afbeelden.

Deze muntstukken worden weergegeven in hun natuurlijke koperkleur (R191, G122, B50) voor de basis en voor de continenten van de aardbol (R191, G122, B50), met uitzondering van de omtrekken, de grafiek, de letters en de afbeelding van nominale waarde van de stukken van 1, 2 en 5 cent (R169, G86, B43). Het stuk van 5 cent heeft de vorm van een geldbeugel waarin een stuk van 2 cent glijdt, gevolgd door een stuk van 1 cent.

De bovenzijde van de 1 en 2 cent stukken hebben een minder intense kleur.

De omtrek van de geldbeugel is zilverkleurig (R157, G156, B 156) en de binnenkant is zwart. Een zijdelings licht geeft aan het geheel de indruk van diepte (R109, G55, B24).

In werking

Het KB van 22 september 2014 treedt in werking op 1 oktober 2014.

Het laat ook de artikelen 40 tot 52 van de relancewet in werking treden op 1 oktober 2014. Die voegden de afrondingsregels toe aan de boeken VI, XIV en XV van het Wetboek van economisch recht.

Bron:Koninklijk besluit van 22 september 2014 houdende de inwerkingtreding en de uitvoering van sommige bepalingen van boek VI, XIV en XV van het Wetboek van economisch recht, met betrekking tot de afronding van betalingen in euro, BS 25 september 2014.