S-BVBA? De oplossing voor jonge starters in het huidig economisch klimaat? De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “starter”!

Het huidig economisch klimaat betekent voor jonge ondernemers meer en meer een struikelblok om een eigen onderneming op te starten. De kapitaalinbreng die nodig was om een BVBA te starten bleek vandaag voor vele jonge starters een te hoge drempel geworden.

Ook de risico’s die starters lopen indien ze hun onderneming als natuurlijke persoon oprichten zijn niet gering. Om deze reden drong een ‘goedkope’ oprichting van een vennootschap dewelke effectieve bescherming voor de oprichter biedt, onder de vorm van beperkte aansprakelijkheid, zich op. Het is immers niet alleen belangrijk voor de oprichter zelf om enige juridische bescherming te hebben, maar ook andere personen worden onrechtstreeks getroffen indien de onderneming schulden maakt. De oprichter zal immers in dit geval persoonlijk aansprakelijk zijn waardoor vooral zijn gezin te kampen zal krijgen met een mogelijke hoge schuldenlast. De nieuwe S-BVBA zal hieraan tegemoetkomen omdat deze vennootschapsvorm minder zal afhangen van de persoon van de onderneming omdat deze van het privé-vermogen zal worden gescheiden.

België bleef, in tegenstelling tot andere buurlanden waaronder Frankrijk en Duitsland, achter wat betreft een soepele vennootschapsvorm waarbij jonge starters met een minimum aan kapitaal een solide en rechtszekere vennootschap met beperkte aansprakelijkheid konden oprichten. Dit had tot gevolg dat steeds meer Belgische ondernemingen hun weg naar deze andere landen vinden, waar ze een vennootschap oprichten zonder kapitaal te investeren, en waarna ze hun activiteit in België uitoefenen via een Belgisch bijkantoor. Deze techniek werd door diverse buitenlandse agentschappen gepromoot. Zij bieden een volledig ‘pakket’ aan en zijn bereid alle nodige formaliteiten te vervullen voor het oprichten van een onderneming in het buitenland. (Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en tot vaststelling van de modaliteiten van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Starter, Parl. Stukken Kamer, 2009-2010, nr. 52 2211/001, p. 3)

Ook het feit dat Belgische schuldeisers geen enkel verhaal hebben indien het tot een faillissement komt van de buitenlandse onderneming aangezien deze over geen noemenswaardig kapitaal beschikken, noopte de Belgische wetgever tot oplossingen.

Deze wet kan dan ook aanzien worden als een antwoord op de groeiende behoefte van nieuwe ondernemers door een vennootschapsvorm in te voeren dewelke afziet van de ontmoedigende drempel en dewelke toegankelijker is voor startende ondernemers, zonder evenwel alle garanties voor schuldeisers en consumenten te laten vallen. (Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en tot vaststelling van de modaliteiten van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Starter, Parl. Stukken Kamer, 2009-2010, nr. 52 2211/001, p. 4)

De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO bracht op 22 oktober 2009 op eigen initiatief een advies uit over het wetsontwerp tot oprichting van de S-BVBA. Het standpunt van de Hoge Raad was globaal positief. Doch pleitte de Hoge Raad voor een noodzakelijke evaluatie in de toekomst en op een snelle en voldoende regeling in de uitvoeringsbesluiten, dit in het belang van zowel de startende ondernemers als van de andere betrokken partijen.

Wie?

De nieuwe wet bepaalt dat de S-BVBA (BVBA Starter) alleen kan worden opgericht door natuurlijke personen. De wetgever heeft de uitdrukkelijke bedoeling met de nieuwe wet om jonge ondernemers of oudere personen die hun carrière een nieuwe wending wouden geven te stimuleren. Om deze reden heeft de wetgever er bewust voor geopteerd de rechtspersonen van het toepassingsgebied van de S-BVBA uit te sluiten.

Evenwel mogen deze natuurlijke personen geen aandelen hebben van meer dan 5% in een andere vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Bovendien is de S-BVBA alleen voorbehouden voor starters die geen 5 voltijdse werknemers tewerkstelt. Indien de vennootschap 5 of meer werknemers tewerk wil stellen, zal zij zich moeten omvormen.

Om misbruik te voorkomen werd de verplichting opgelegd het woord ‘starter’ toe te voegen aan elke vermelding van haar rechtsvorm. Op die manier kan bij derden geen vergissing bestaan omtrent het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap. Zij kunnen zich dan niet vergissen omtrent de aard van de vennootschap door te denken dat het om een gewone besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gaat, met een hoger minimumkapitaal. Deze vermelding moet behouden blijven zolang de vennootschap haar kapitaal niet tot ten minste 18 550 euro verhoogt om een gewone besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid te worden.

Belangrijk is dat de S-BVBA slechts een bestaan van 5 jaar gegeven is. Deze zal na het verstrijken van deze termijn worden omgevormd naar een gewone BVBA. Indien een langere periode voor startvennootschappen zou worden toegestaan, zouden ze oneerlijke concurrentie vormen voor de op de op een normale wijze opgerichte vennootschappen.  De wetgever meent dat na 5 jaar voldoende kan worden ingeschat of de vennootschap een voortbestaan heeft of niet.

Quid regelgeving BVBA?

Belangrijk op te merken is dat alle bepalingen van het Wetboek van Vennootschapsrecht dewelke van toepassing zijn op de gewone BVBA, automatisch van toepassing zijn op de S-BVBA tenzij hiervan uitdrukkelijk werd afgeweken.

Hoofdelijk borg?

Naar het voorbeeld van wat voor de éénpersoon BVBA bestaat, is het wenselijk geacht erin te voorzien dat de oprichters van een S-BVBA hoofdelijk borg staan voor de verbintenissen van elke andere S-BVBA die zij later zouden oprichten. Deze “sanctie” geldt maar zolang zij vennoten van twee (of meer) S-BVBA’s zijn en eindigt bij de kapitaalverhoging van één van de twee (of meer) S-BVBA’s om er een gewone BVBA van te maken, of bij de ontbinding ervan. Het is de bedoeling misbruiken te voorkomen, waarbij dezelfde personen verscheidene S-BVBA’s zouden oprichten met een minimumkapitaal van 1 euro zonder zich al te veel te bekommeren om de gevolgen bij faillissement.

Aangezien de doelgroep startende ondernemers is, is het ook niet bedoeling dat de S-BVBA wordt gebruikt door personen die reeds belangrijke participaties hebben in andere vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Daarom wordt voorzien dat indien hun participatie in de stemrechten van een andere vennootschap met beperkte aansprakelijkheid de 5% overschrijdt, zij het voordeel van deze aansprakelijkheidsbeperking van de S-BVBA verliezen. Deze bepaling geldt ook indien de oprichter een belangrijke participatie verwerft in een tweede S-BVBA die hij niet zelf heeft opgericht. (Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en tot vaststelling van de modaliteiten van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Starter, Parl. Stukken Kamer, 2009-2010, nr. 52 2211/001, p. 8)

Kapitaal

Het grote voordeel van de S-BVBA is dat deze een maatschappelijk kapitaal kan hebben hetwelk varieert tussen 1 en 18 550 euro. Een vennootschap met een kapitaal van 18 550 euro en meer kan dus niet genieten van het statuut (en de afwijkende regels bvb in verband met geleden verliezen) van de S-BVBA.

Om een evenwicht te vinden tussen de belangen van de vennoten en die van hun schuldeisers, wordt voorzien dat vanaf drie jaar na de oprichting (= verstrijken van de periode waarin de oprichtersaansprakelijkheid geldt) de vennoten hoofdelijk gehouden zullen worden jegens de belanghebbenden tot betaling van het verschil tussen het minimumkapitaal van 18 550 euro en het bedrag van de inschrijvingen.

Belanghebbende derden hebben met deze maatregel dezelfde verhaalsmogelijkheden als wanneer die verhoging van het kapitaal reeds had plaatsgevonden. De vennoot op zijn beurt heeft als voordeel dat zijn aansprakelijkheid beperkt blijft tot dat plafond en zij op dat moment nog geen nieuwe inbrengen of volstortingen moet doen.

De belangen van de schuldeisers zijn dus voldoende behartigd aangezien de eerste drie jaar de oprichtersaansprakelijkheid geldt, waarna de oprichter(s) hoofdelijk gehouden zal (zullen) worden voor het verschil tussen minimumkapitaal en gestort kapitaal

Ten laatste 5 jaar na de oprichting of zodra de vennootschap een equivalent van 5 voltijdse werknemers te werk stelt, moet de vennootschap haar maatschappelijk kapitaal verhogen om het ten minste te brengen op het minimumkapitaal van 18 550 euro van de gewone BVBA. Er wordt door de wetgever van uit gegaan dat zodra een S-BVBA de financiële mogelijkheid heeft om 5 personen of meer voltijds te werk te stellen, deze onderneming ook financieel kan voldoen aan de kapitaalsvereisten dewelke gepaard gaan met een gewone BVBA.

De overgang van S-BVBA naar BVBA gebeurt volgens de normale regels van een statutenwijziging en gaat gepaard met een kapitaalverhoging.

Financieel plan

Om vroegtijdige faillissementen te vermijden doordat jonge ondernemers onbezonnen of wegens gebrek aan ervaring zich in een economisch avontuur zouden storten, wou de wetgever dat deze jonge ondernemers zich zouden laten bijstaan door een deskundige ter zake. Deze deskundige kan een boekhouder, externe accountant, bedrijfsrevisor of een daartoe door de Koning erkende instelling of organisatie zijn. In ieder geval moet het gaan om een externe vorm van bijstand aan de S-BVBA.

Overdracht aandelen aan rechtspersonen

De aandelen van een S-BVBA mogen niet worden overgedragen aan een rechtspersoon. In overeenstemming met de voorwaarde dat enkel natuurlijke personen een S-BVBA kunnen oprichten, wordt ook de overdracht van de aandelen aan rechtspersonen na de oprichting verboden, dit op straffe van nietigheid van de overdracht.

De wetgever achtte het immers realistisch dat er misbruik en veinzing zou ontstaan waarbij vennootschappen op gericht worden met het oog op de voordelen die de S-BVBA biedt, om nadien te worden doorverkocht aan één of meer derden die niet noodzakelijk aan het vereiste profiel van de oprichters beantwoorden.

De enige mogelijkheid om rechtspersonen toe te laten is een kapitaalsverhoging doorvoeren waardoor het minimumkapitaal wordt gebracht op dit van de gewone BVBA. De vennootschap verliest bijgevolg haar statuut van S-BVBA.

Reserveren van 25% van de netto-winst per jaar

De algemene vergadering zal jaarlijks een bedrag van 25% van de netto-winst moeten inhouden voor de vorming van een reservefonds. Deze verplichting tot afneming geldt tot op het ogenblik dat het reservefonds het bedrag heeft bereikt van het verschil tussen het minimumkapitaal van 18 550 euro en het geplaatst kapitaal.

Aangezien deze verplichting aan de vennoten middelen onttrekt die ze onder andere omstandigheden hadden kunnen uitkeren en, op een later ogenblik, aanwenden om het kapitaal te verhogen, wordt hier de mogelijkheid voorzien om dit fonds aan te wenden voor die kapitaalsverhoging door dit te incorporeren in het kapitaal.

Inwerkingtreding

Op maandag 31 mei 2010 verscheen het uitvoeringsbesluit in het Belgisch Staatsblad. Vanaf 1 juni 2010 kunnen ondernemers een StartersBVBA oprichten.

 

Jan Opsommer
jan.opsommer@telenet.be