Samenwonen = erven

De wet van 28 maart 2007 voerde een erfrecht in voor de langstlevende, wettelijk samenwonende partner.

Door dit erfrecht heeft de langstlevende, bij overlijden van zijn partner, recht op het vruchtgebruik van het onroerend goed waar zij samenwoonden, en van de huisraad.

Mensen die samenwonen zonder gehuwd te zijn, kunnen een verklaring van wettelijke samenwoning overhandigen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van hun woonplaats (art. 1476 § 1, 1ste lid, B.W.)

De wettelijke samenwoning eindigt van rechtswege, zonder dat bijkomende formaliteiten vereist zijn, door het huwelijk van één van de wettelijke samenwonenden.

Bovendien kan de wettelijke samenwoning zowel op gemeenschappelijk als op eenzijdige verklaring worden beëindigd, opnieuw door het afleggen van een verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Hierdoor krijgen personen die een gemeenschappelijk gezin hebben gevormd, een zekere bescherming, die wel niet zo ver gaat als het erfrecht van de langstlevende echtgenoot, maar toch een hele verbetering is. Gedaan dus met de schrijnende toestanden waarbij de langslevende van een samenwonend maar ongehuwd koppel rechteloos werd bij het overlijden van de partner, met alle – soms zeer pijnlijke – gevolgen vandien.

Jules DE KEERSMAECKER
de.keersmaecker.jules@skynet.be