Bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie kan men in bepaalde sectoren een weerlegbaar wettelijk vermoeden inroepen. Voor ‘sommige onroerende werkzaamheden’ wordt dit vermoeden nu concreter gemaakt met een lijst van beoordelingscriteria.
Vereenvoudigde procedure
Bij het vaststellen van de beoordelingscriteria koos de wetgever voor een sectorale benadering met een vereenvoudigde procedure. De criteria moeten namelijk vastgelegd worden in een KB, na advies van:
- 1)
-
de Directiecomité van het Federaal aansturingsbureau van de sociale inlichtingen en opsporingsdienst;
- 2)
-
de bevoegde paritaire comités of subcomités (of de Nationale Arbeidsraad);
- 3)
-
de Hoge raad voor de zelfstandigen en de K.M.O..
Weerlegbaar vermoeden
Maar tegelijk kreeg de Koning de bevoegdheid om ‘specifieke criteria’ vast te leggen voor bepaalde sectoren en beroepen. Een KB kan de bestaande specifieke criteria vervangen of aanvullen via de hierboven genoemde adviesprocedure. Dat is nu gebeurd voor de bouwsector in een KB van 7 juni 2013.
Bouwsector
- •
-
het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking (KB van 18 mei 1973);
- •
-
het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (KB van 4 maart 1975);
- •
-
het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (KB van 5 juli 1978);
- •
-
de paritaire subcomités voor de sectoren die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn (KB van 13 maart 1985).
Specifieke criteria
De criteria vervangen de criteria die de wet van 25 augustus 2012 ingevoerd heeft. Het begrip ‘onderneming’ wordt daarbij gedefinieerd als ‘de onderneming die de werken uitvoert of de onderneming die de werken uitvoert en waarin de persoon die de werken uitvoert aandelen bezit’.
- •
-
bij ontstentenis van een persoonlijke en substantiële investering in de onderneming met eigen middelen, of
- •
-
bij ontstentenis van een persoonlijke en substantiële deelname in de winsten en de verliezen van de onderneming, of
- •
-
bij ontstentenis van persoonlijke aansprakelijkheid, die geen betrekking heeft op bedrog, een zware fout of een lichte gewoonlijke fout, in voorkomend geval met name beoordeeld in functie van het bestek of van iedere andere verbintenis ten aanzien de gerealiseerde werken.
In werking