Statuut en controle op beheersvennootschappen van auteursrechten helemaal opnieuw geregeld

Een wet van 10 december 2009 wijzigt de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten wat het statuut van en de controle op de vennootschappen voor het beheer van de rechten ((collectieve) beheersvennootschappen) betreft. Een wet van 11 december 2009 wijzigt het Gerechtelijk Wetboek in dit verband. Beide wetten treden in werking op 1 april 2010.

1. Oorsprong

Met de nieuwe wetgeving wil de wetgever een effectieve controle op de activiteiten van de beheersvennootschappen invoeren. Het initiatief is ingegeven door twee overwegingen.

Enerzijds speelden de beheersvennootschappen een steeds grotere rol bij de daadwerkelijke implementatie van de voorrechten verleend aan rechthebbenden. De instelling van vergoedingen voor exploitatiewijzen zoals het kopiëren voor eigen gebruik en de reprografie ver­sterkte hun rol van verplichte partner, zowel ten aanzien van de rechthebbenden als van de gebruikers (Voorstel van wet betreffende het auteursrecht, de nevenrechten en het kopiëren voor eigen gebruik van geluids– en au­diovisuele werken, Toelichtingen Ger. St. Senaat 1988, B.Z., 329/1,12-14.) Anderzijds inden en verdeelden de beheersvennoot­schappen aanzienlijke bedragen en werden er een groot aantal klachten geformuleerd door de rechthebbenden over het gebrek aan transparantie van de activi­teiten van de beheersvennootschappen en over hun te hoge administratiekosten. (Voorstel van wet betreffende het auteursrecht, de nevenrechten en het kopiëren voor eigen gebruik van geluids- en audiovisuele werken, Verslag Erdman, Ged r.St. Senaat 1990-91, B.Z., 329/2, 16; Voorstel van wet betreffende het auteursrecht, de naburige rechten en het kopiëren voor eigen gebruik van geluids- en audiovisuele werken, Verslag Erdman, Gedr.St.Senaat 1991-92, B.Z., 145/2, 6 en 12.)

2. Roep om transparantie

De beheersvennootschappen ontstonden uit de noodzaak voor auteurs om het gebruik en de vergoeding van hun werken te controleren. De eerste groepering van auteurs gaat terug tot in de 18de eeuw. Het initiatief kwam van Beaumarchais, die theaterschrijvers samenbracht. Het is pas in de vernieuwde auteurswet van 1994 dat de eerste bepalingen over het collectieve beheer het licht zagen.

Momenteel zijn meer dan 15 beheersvennootschappen actief in België. Sabam is de bekendste. Sabam werd opgericht in 1922 en is voornamelijk actief in de muziekwereld. Andere bekende vennootschappen zijn Reprobel (reprografie), Sofam (fotografen) en Uradex (uitvoerende kunstenaars).

Wat is de rol van de beheersvennootschappen? Hun opdracht omvat de inning, het beheer en de verdeling van rechten. De auteurswet reglementeert hun samenstelling, werking en toezicht. Ze moeten een vergunning bezitten die in het Staatsblad wordt gepubliceerd. Zo kan worden nagegaan of een vennootschap de vereiste hoedanigheid bezit om het beheer uit te oefenen.

Auteurs kunnen niet verplicht worden zich te verenigen. Ze kunnen hun werken zelf beheren en hun vergoeding rechtstreeks innen. Bepaalde rechten kunnen slechts worden uitgeoefend of vergoed door tussenkomst van beheersvennootschappen, bijvoorbeeld de privékopie. Met de beheersvennootschappen moet daarom bijna altijd rekening gehouden worden. Vandaar dat ze een ‘verplichte partner’ genoemd worden.

Beheersvennootschappen zijn pas sinds 1999 onderworpen aan een toezicht van een commissaris-revisor die benoemd wordt door de algemene vergadering en van een afgevaardigde van de minister van Economische Zaken. Een controle leek noodzakelijk omdat lange tijd een gebrek aan transparantie in het financieel beleid werd verweten. Dat verwijt is nog steeds actueel.

Sommige beheersvennootschappen kwamen in het nieuws in verband met mogelijke financiële misdrijven uit de jaren 90.

De auteurswet verplichte beheersvennootschappen hun jaarrekening mee te delen aan de minister van Justitie. Ze moesten de minister ook twee maanden voor de algemene vergadering elk plan tot wijziging van de statuten of van tarieven, de inning of de verdeling van rechten voorleggen. Sommige vennootschappen lieten na dit te doen.

De roep om meer transparantie was het gevolg. Auteurs wilden duidelijk kennis kunnen nemen van het beheer, de administratiekosten en de ontvangen en verdeelde rechten.

. Doel van de nieuwe wet

Met de nieuwe regelgeving heeft de wetgever de volgende doelstellingen geformuleerd:

waarborgen ten aanzien van de rechthebbenden, van de gebruikers en van het publiek in het algemeen dat de beheersvennootschappen wel degelijk over de vereiste kwaliteiten beschikken om hun werkzaamheden te kunnen uitoefenen

een objectieve en doeltreffende verdeling waarbor­gen;

een grotere transparantie van de activiteiten van de vennootschappen voor het beheer van de rechten waarborgen, in het bijzonder wat hun boekhouding be­treft.

De wet is erg uitvoerig uitgewerkt en bevat tal van bepalingen over de organisatie en interne werking van de beheersvennootschappen, hun informatieplicht naar de rechthebbenden en derden, controlemechanismen en sanctiebepalinge

Zo moet elke beheersvennootschap een onderscheid maken tussen enerzijds het vermogen dat gevormd wordt door de rechten die geïnd en beheerd worden voor rekening van de houders van de rechten, en anderzijds het eigen vermogen dat gevormd wordt door de vergoeding voor diensten van beheer en door de inkomsten van andere activiteiten of van het eigen vermogen.

De beheersvennootschappen beschikken elk over een aan hun werkzaamheden aangepaste beleidsstructuur, administratieve en boekhoudkundige organisatie en interne controle.

De vennootschappen stellen tariferingsregels en innings- en verdelingsregels vast voor alle exploitatiewijzen waarvoor zij rechten van de rechthebbenden beheren. Ze maatregelen om de rechten die zij innen binnen de vierentwintig maanden na inning te verdelen.

De wet van 10 december vermeldt dat hij wordt geëvalueerd in het vierde jaar na haar datum van inwerkingtreding door de afdeling “Dienst voor Intellectuele Eigendom” van de Algemene Directie Regulering en Organisatie van de markt van de Federale overheidsdienst Economie.

Flip Petillion
Advocaat
fpetillion@crowell.com