Successieplanning – Een blijk van vooruitziendheid of dikwijls pure russische roulette?

De kopzorg van menig belg op middelbare leeftijd. Hoe zorg ik dat mijn zuurverdiende spaarcenten met zo min mogelijk averij bij de volgende generatie terechtkomt?

De probleemstelling is  eenvoudig en begrijpelijk. Men heeft een leven lang hard gewerkt, en aldus – na het betalen van een relatief hoge inkomstenbelasting – een klein of groot fortuin(tje) vergaard. Wanneer men dan overlijdt zal de zoon(s) en of dochter(s) dit fortuin erven mits opnieuw hierop een zware belasting ( erfenisrechten ) te hebben betaald. Met andere woorden eenzelfde kapitaal wordt tweemaal belast, een  situatie die toch wel tot nadenken stemt.

Fiscale raadgevers , bankiers, de huisnotaris, consumentenverenigingen/tijdschriften zijn er als de kippen bij om de zorgelijke huisvaders tips te verstrekken op welke wijze ze  nog tijdens hun leven constructies kunnen opzetten om hoge erfenisrechten te ontwijken. Helaas heeft men hierbij dikwijls alléén maar oog voor het fiscale aspect en laat men na om de pratijkjurist bij uitstek, de advocaat, te raadplegen zodat men andere, dikwijls nog belangrijkere juridische elementen uit het oog verliest.

Een recent praktijkvoorbeeld dat boekdelen spreekt: De ouders bereiken de pensioengerechtigde leeftijd en besluiten hun oude woning te verkopen en eindelijk eens het ( vrij dure ) huis van hun dromen aan te kopen om daarin een rustige welverdiende oude dag door te brengen.

Op advies van hun accountant en notaris kopen ze nieuwe woning samen met hun enige zoon, de ouders als vruchtgebruiker, de zoon als naakte eigenaar. Uiteraard betalen de ouders in feite  alléén de aankoop. Door hun voornoemde raadgevers is uitgelegd dat aldus bij hun overlijden, hopelijk in de nog zeer verre toekomst, de woning automatisch zal toevallen aan zoonlief zonder dat deze een erfenisrecht zal te betalen hebben op het huis.
Enkele jaren na de aankoop komt de zoon, die handelaar is, in financiele moeilijkheden, gaat in faling en zijn curator gaat over tot verkoop van de goederen van de zoon, zijnde ondermeer de naakte eigendom van de woning aangekocht en bewoond door de ouders….!

Deze laatsten kunnen weliswaar niet worden verontrust en ontzet door de schuldeisers van hun zoon in hun rechten als vruchtgebruiker ( en dus bewoner ) van het huis, maar wonen wel van dan af in een huis waarvan de nieuwe eigenaar een derde persoon is, met alle onaangename gevolgen van die ( nieuwe eigenaar die hen regelmatig wijst op hun verplichtingen tot onderhoud van de woning, een jaarlijks bezoekrecht van de woning eist om zulks te controleren enz.) los nog van het feit dat het huis uit het familiaal patrimonium is verdwenen.

Moraal van de geschiedenis. Bezin eer men begin, en ga daarom (voor)tijdig ten rade  bij uw advocaat teneinde (fiscale) adviezen te toetsten aan diens ruimere praktijkervaring en visie.

Luc TRUYENS
ltruyens@skypro.be