Toch belastingvermindering voor passiefwoningen en lage- of nulenergiewoningen na 2011 (art. 13 en 22 DB Fiscaal)

De fiscale vereenvoudigingswet houdt rekening met het arrest van het Grondwettelijk Hof over de overgangsperiode voor de afschaffing van de belastingvermindering voor een passiefwoning, een lage energiewoning of een nulenergiewoning. Daardoor komt al wie ten laatste op 31 december 2011 een contract ondertekend had voor de bouw van zo’n woning, in aanmerking voor de belastingvermindering.

Belastingvermindering tot 2011

 

Voor het inkomstenjaar 2011 (aj. 2012) gold er een belastingvermindering:
voor een lage energiewoning van 420 euro per belastbaar tijdperk en per woning (geïndexeerd bedrag aj. 2012);
voor een passiefwoning van 850 euro per belastbaar tijdperk en per woning (geïndexeerd bedrag aj. 2012) ;
voor een nulenergiewoning van 1.700 euro per belastbaar tijdperk en per woning (geïndexeerd bedrag aj. 2012). 

 

Deze belastingvermindering werd toegekend voor een periode van 10 opeenvolgende belastbare tijdperken, met ingang van het belastbaar tijdperk waarin is vastgesteld dat het om een passiefwoning, een lage energiewoning of een nulenergiewoning gaat (‘oud’ art. 14524, WIB 1992). 

 

Geen belastingvermindering meer vanaf 2012

 

Dat belastingvoordeel verdween vanaf het inkomstenjaar 2012 (aj. 2013), behalve voor wie vóór 1 maart 2012 nog een certificaat wist te bemachtigen (art. 41, A, 4° en art. 51, wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen). 

 

Een overgangsmaatregel bepaalde immers dat de certificaten die tussen 1 januari 2012 en 29 februari 2012 werden uitgereikt, geacht werden te zijn uitgereikt op 31 december 2011, op voorwaarde dat de aanvraag tot het bekomen van het certificaat uiterlijk op 31 december 2011 werd ingediend (‘oud’ art. 535, WIB 1992).
Het criterium dat de wetgever weerhield om te kunnen genieten van de overgangsmaatregel was dus de certificatie ten laatste op 31 december 2011. 

 

Arrest Grondwettelijk Hof

 

Het Grondwettelijk Hof oordeelde echter dat de overgangsregeling te strikt werd uitgewerkt waardoor bepaalde mensen onterecht het belastingvoordeel hebben mislopen. Sommige bouwers die al lange tijd contractueel gebonden waren, kregen het bewuste certificaat immers niet op tijd en misten daardoor de belastingvermindering op de valreep.
Het Hof vernietigde daarom gedeeltelijk deze overgangsmaatregel bij zijn arrest nr. 63/2013 van 8 mei 2013

 

De fiscale vereenvoudigingswet houdt rekening met dit arrest van het Grondwettelijk Hof en past het WIB 1992 aan (wijziging art. 535, WIB 1992; art. 13, fiscale vereenvoudigingswet). 

 

Toch nog belastingvermindering na 2011

 

Het nieuwe criterium is de ondertekening van het contract, en niet langer de aflevering van het certificaat. Wie ten laatste op 31 december 2011 een contract ondertekend had voor de bouw van een dergelijke woning, komt daardoor in aanmerking voor de belastingvermindering voor de volledige periode van 10 jaar.
Die periode loopt vanaf het jaar waarin het certificaat wordt afgeleverd. 

 

Wie eind 2011 een contract getekend heeft maar door vertragingen bij de bouwwerken pas in 2013 een certificaat krijgt voor zijn passiefwoning, zijn lage energiewoning of zijn nulenergiewoning, heeft dus toch recht op de belastingvermindering voor de aanslagjaren 2014 tot 2023. 

 

In werking

 

Deze maatregel is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2013. 

 

Bron:Wet van 21 december 2013 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen, BS 31 december 2013 (fiscale vereenvoudigingswet) – art. 13 en art. 22.