Vlaamse woonbonus ingeperkt sinds 1 januari 2015

Het belastingvoordeel van de Vlaamse woonbonus werd op 1 januari 2015 gevoelig ingeperkt voor hypothecaire leningen die afgesloten worden vanaf 1 januari 2015. Voor leningen die uiterlijk op 31 december 2014 werden afgesloten, wijzigt er niets aan de Vlaamse woonbonus, maar de grensbedragen worden wel niet meer geïndexeerd. Dat staat in het Vlaams Programmadecreet 2015 (PD 2015). Er is geen overgangsregime voorzien.

Hypothecaire leningen afgesloten uiterlijk op 31 december 2014

Voor leningsovereenkomsten m.b.t. de hypothecaire lening die uiterlijk op 31 december 2014 zijn afgesloten wijzigt er niets aan de Vlaamse woonbonus (‘belastingvermindering voor de enige en eigen woning’). De belastingvermindering wordt verder verleend tegen het voor de belastingplichtige hoogste belastingtarief, met een minimum van 30%. Maar de grensbedragen worden niet meer geïndexeerd; ze worden bevroren op het niveau van het aanslagjaar 2015.

Het Vlaams Programmadecreet 2015 sluit de indexering uit en vervangt het te indexeren grensbedrag van 1.500 euro, dat in aanmerking wordt genomen voor de belastingvermindering, door een niet meer te indexeren bedrag van 2.280 euro. Hetzelfde gebeurt met de toeslagen voor enige woning (gedurende de eerste 10 belastbare tijdperken vanaf dat waarin de leningsovereenkomst wordt afgesloten) en voor 3 of meer kinderen: in de plaats van de te indexeren 500 euro, resp. 50 euro, komen vaste bedragen van 760 euro en 80 euro (nieuwe § 2, art. 145(37) en nieuw punt 4°, § 5, art. 178, WIB 1992, ingevoegd door resp. art. 64 en art. 71, PD 2015).

Als gehandicapt aangemerkte kinderen ten laste worden nog altijd voor twee aangerekend.

De toeslag enige woning en de toeslag kinderlast worden niet toegepast vanaf het eerste belastbaar tijdperk waarin de belastingplichtige eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker wordt van een tweede woning. De toestand wordt beoordeeld op 31 december van dat belastbaar tijdperk.

Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd en beide echtgenoten uitgaven hebben gedaan die recht geven op de belastingvermindering, kunnen de echtgenoten deze uitgaven vrij verdelen (binnen de begrenzingen).

Hypothecaire leningen afgesloten vanaf 1 januari 2015

Voor leningsovereenkomsten m.b.t. de hypothecaire lening die worden afgesloten vanaf 1 januari 2015 wordt het belastingvoordeel van de Vlaamse woonbonus ingeperkt.

Er zijn twee belangrijke wijzigingen ten opzichte van de ‘oude’ Vlaamse woonbonus (nieuwe § 3, art. 145(37), WIB 1992, ingevoegd door art. 64, PD 2015):

•het grensbedrag daalt van 2.280 euro tot 1.520 euro;

•de belastingvermindering wordt berekend tegen een uniform tarief van 40% (i.p.v. het marginaal tarief).

Aan de toeslagen wordt niet geraakt: 760 euro extra voor de enige woning tijdens de eerste 10 belastbare tijdperken en 80 euro voor 3 kinderen en meer ten laste.

Ook de als gehandicapt aangemerkte kinderen ten laste worden nog altijd voor twee aangerekend.

De niet-indexering van de grensbedragen geldt echter ook voor de ‘afgeslankte’ woonbonus, dus voor leningen van 2015 en later. De bedragen van 1.520 euro, 760 euro en 80 euro blijven dus de komende jaren ongewijzigd van toepassing.

Ook hier worden de toeslag enige woning en de toeslag kinderlast niet toegepast vanaf het eerste belastbaar tijdperk waarin de belastingplichtige eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker wordt van een tweede woning. De toestand wordt beoordeeld op 31 december van dat belastbaar tijdperk.

Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd en beide echtgenoten uitgaven hebben gedaan die recht geven op de belastingvermindering, kunnen de echtgenoten deze uitgaven vrij blijven verdelen (binnen de begrenzingen).

‘Oude’ en ‘nieuwe’ lening samen

Als de belastingplichtige vanaf 1 januari 2015 een nieuwe leningsovereenkomst afsluit, of als hij vanaf 1 januari 2015 een heropneming doet in het kader van een bestaande kredietopening, terwijl hij voor dezelfde woning nog een hypothecaire lening heeft lopen die in aanmerking komt voor de ‘oude’ Vlaamse woonbonus, dan kan hij voor beide leningen samen blijven genieten van het verhoogde basisbedrag van de ‘oude’ woonbonus. Voor de nieuwe lening kan dan wel maximum 1.520 euro toegekend worden.

Levert de oude lening minder dan 760 euro voordeel op, dan kan de belastingplichtige voor de combinatie van ‘oud’ en ‘nieuw’ dus niet de volledige 2.280 euro genieten. Bij zo’n combinatie van oud en nieuw kan de belastingplichtige maar één keer gebruik maken van de toeslagen.

Opgelet! De ‘combinatie van een lening van vóór 2015 (en na 2005) met een van 2015 of later’ is niet te verwarren met de ‘combinatie van een lening van vóór 2005 met een lening van na 2005’.

Keuzemogelijkheid geschrapt

Als een belastingplichtige vanaf 1 januari 2015 een verbouwingslening afsluit voor zijn eigen woning, terwijl hij voor die woning nog een ‘oude’ lening van vóór 2005 heeft lopen, zal hij voor die nieuwe lening niet meer kunnen opteren voor de belastingvermindering voor bijkomende interesten of voor het bouwsparen.

Indexatiestop

Zowel voor de ‘oude’ als voor de ‘nieuwe’ leningen worden alle bedragen die in aanmerking komen voor een Vlaams belastingvoordeel voor de eigen woning (woonbonus, langetermijnsparen, bouwsparen,…) niet meer geïndexeerd. Er geldt een permanente indexatiestop. De bedragen blijven behouden op het niveau van het aanslagjaar 2015 (nieuw punt 4°, § 5, art. 178, WIB 1992, ingevoegd door art. 71, PD 2015).

Vlaanderen verlengt gewone interestaftrek

Vóór de regionalisering van de woningfiscaliteit konden interesten van schulden voor de eigen woning afgetrokken worden van de inkomsten van andere onroerende goederen dan de eigen woning.

De wet van 8 mei 2014 heeft deze aftrek omgezet in een belastingvermindering, en heeft ook bepaald dat de maatregel niet meer zou gelden voor leningen afgesloten vanaf 2015.

Vlaanderen verlengt deze maatregel nu echter.

Vanaf het aj. 2016 wordt de belastingvermindering voor de interesten van schulden en vergoedingen van overeenkomsten die vanaf 1 januari 2015 zijn aangegaan, berekend tegen een belastingtarief van 40% (nieuw vierde lid, art. 145(43), WIB 1992, ingevoegd door art. 68, PD 2015).

In werking

De meeste van deze nieuwe maatregelen treden in werking vanaf het aanslagjaar 2016.

Bron: Decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015, BS 30 december 2014 (Vlaams Programmadecreet 2015) – art. 64 tot en met art. 71 en art. 108