Vaak wordt een echtscheidingsprocedure voorafgegaan door een procedure van voorlopige maatregelen bij de Vrederechter, bij toepassing van art.223 B.W.
Het lijkt logisch dat de kortgedingrechter , die dringende maatregelen moet treffen vanaf de aanvang van de procedure in echtscheiding, de maatregelen overneemt die kort hiervoor reeds door de Vrederechter werden getroffen tussen dezelfde partijen.
Het Hof van Cassatie oordeelt echter dat de twee vorderingen een verschillende grond hebben, en dat de kortgedingrechter in dezelfde omstandigheden tussen dezelfde partijen toch verschillende maatregelen kan treffen (Hof van Cassatie, 1e kamer, 20 februari 2006).
Jules de Keersmaecker